Tolerantie in de Islam in termen van Da’wah (anderen uitnodigen tot de Islam)

Islam is een wereldreligie en het is voor alle mensen, alle tijden en plaatsen. Mensen uitnodigen tot de Islam en het uitdragen van het ware geloof moet gedaan worden op een goede en ethische wijze, zodat de anderen die geroepen worden tot het geloof het zullen accepteren en het zien als een onpartijdige optie. Allah, de Verhevene, zegt: “Nodig uit naar de Weg van jouw Heer met wijsheid en goede predicatie, en redetwist met hen op de beste wijze. Voorwaar, jouw Heer, Hij weet wie van Zijn Weg is afgedwaald, en Hij weet wie de recht geleiden zijn.” [16:125]

Laten we het hebben over een aantal aspecten van tolerantie als het gaat om het uitdragen van de Islam.

  • Wij accepteren mensen van andere geloven. De Boodschapper van Allah y zei: “Allah is meer tevreden met het berouw van zijn slaaf dan een man die kampeert op een plek waar hij gevaar loopt en een rijdier heeft om zijn voedsel en drinken te dragen. De man gaat even liggen om te rusten en schrikt naar enige korte tijd wakker en ziet dat zijn rijdier weg is. Hij gaat begint met zoeken naar zijn rijdier en lijdt onder de hevige warmte en dorst of wat Allah wilde waar hij last van zou hebben. Hij zegt dan: ‘Ik zal terug gaan naar mijn plek.’ Hij gaat terug naar zijn plek en gaat weer slapen. Vervolgens wordt hij wakker, tilt zijn hoofd op en ziet dat zijn rijdier weer naast hem staat. (Muslim)
  • Een ander aspect van tolerantie in de Islam wanneer het gaat om het verspreiden van de Islam, is wanneer je iemand wil oproepen tot het geloof; dan moet je dit doen op een goede en uitnodigende manier. De Profeet s zei: “Geef blijde tijdingen en zorg dat mensen het niet afweren, maak zaken eenvoudig en maak het niet moeilijk.” (Muslim)
  • Wij worden gevraagd om respectvol om te gaan met degene die een andere mening heeft dan wij. Allah, de Verhevene, zegt: “En redetwist niet met de lieden van het Boek, behalve op een goede wijze, tenzij het degenen onder hen (betreft) die onrecht plegen. En zeg (tegen hen): “Wij geloven in datgene wat er aan ons is neergezonden en (in datgene wat er) aan jullie is neergezonden, en onze God en jullie God is één. En aan Hem geven wij ons over.” [29:46]
    Niemand kan een ander dwingen om hun mening te aanvaarden, noch kan iemand een ander overtuigen met kracht. Laten we eens kijken naar het verhaal van Al-Aas bin Wa’il. Hij was een polytheïst die weigerde om het geloof van de Islam te accepteren. Hij ging naar de Boodschapper van Allah y met een bot dat aan het ontbinden was en hij vernietigde het en zei tegen de Profeet s: “Beweer jij dat wij worden opgewekt nadat we in dit zijn veranderd?” Hij zei, “Ja…Allah is de oorzaak dat jij zult sterven, daarna zal doen herleven en vervolgens zal Hij jou in het Hellevuur plaatsen.”
    “En hij stelde Ons een voorbeeld, maar vergat zijn eigen schepping. Hij zei: “Wie brengt de beenderen tot leven wanneer deze zijn vergaan?” Zeg (o Mohammed): “Degene Die deze de eerste keer schiep, zal ze (weer) tot leven brengen. En Hij is op de hoogte van elke schepping” Degene Die voor jullie voor jullie vuur uit de groene bomen heeft gemaakt, waarmee (d.w.z met de bomen) jullie vervolgens (vuur) ontsteken. Is Degene Die de hemelen en de aarde heeft geschapen niet in staat om het gelijke daaraan te scheppen? Welzeker! En Hij is de Schepper, en Alwetende.” [36:78-83]
    Argumenten van deze aard maken het onmogelijk voor iemand om de waarheid te weerleggen. Een ander voorbeeld dat wordt genoemd in de Koran gaat over een discussie tussen de Koning een-Namrood en Profeet Ibrahim (Gods vrede zij met hem). Allah, de Verhevene, zegt: “Heb jij degene niet gezien die met Ibraahiem over zijn Heer redetwistte, omdat Allah hem het koningschap had gegeven? Toen Ibraahiem (tegen diegene) zei: “Mijn Heer is Degene Die doet leven en sterven.” Hij zei: “Ik doe leven en sterven.” Ibraahiem zei: “Waarlijk het is Allah Die de zon uit het oosten doet opkomen, doe jij deze dan uit het westen opkomen?” Toen werd de ongelovige met stomheid geslagen. En Allah leidt het onrechtvaardige volk niet.” [2:258]
  • Een ander aspect van de tolerantie in de Islam is dat men mensen niet mag irriteren, haat verspreiden of commotie mag veroorzaken. Allah, de Verhevene, zegt: “En zeg tegen Mijn dienaren dat zij dat wat beter is moeten zeggen. Waarlijk, de satan zaait verderf tussen hen. Waarlijk, de satan is voor de mens een duidelijke vijand.” [17:53]
  • We gebruiken methodes om mensen tot de Islam aan te trekken en er vandaan te houden. Allah zegt: “O lieden van het Boek, waarom redetwisten jullie over Ibrahiem, terwijl de Thora en het Evangelie pas na hem zijn neergezonden? Denken jullie dan niet na?” [3:65]
  • We zouden zeer zachtaardig en vriendelijk moeten zijn. Allah zegt: “Ga beide naar de farao, waarlijk hij stelt zich tiranniek op. En spreek (met) zachte woorden tot hem, opdat hij er lering uit zal trekken of (Allah) zal vrezen.” [20:43-44]
  • We vragen altijd aan degenen die een andere mening hebben dan ons, om getuigenissen en bewijzen naar voren te brengen. Allah, de Verhevene, zegt: “Zeg, ( o Mohammed): “Vertel mij over datgene wat jullie naast Allah aanroepen. (En) laat mij zien wat zij van de aarde hebben geschapen. Of hebben zij een aandeel in (de schepping van) de hemelen? Breng mij een boek (dat) hiervóór (is geopenbaard) of een restant van kennis (dat jullie beweringen ondersteunt), als jullie waarachtig zijn.” [46:4]
  • Wij worden gevraagd om onderwerpen op een constructieve manier te bespreken. Allah, de Verhevene, zegt: “Zeg (o Mohammed): O lieden van het Boek, kom tot een rechtvaardig woord tussen ons en jullie; dat wij naast Allah niemand aanbidden en dat wij niets als deelgenoot aan Hem toekennen en dat wij elkaar niet als goden (ter aanbidding) aannemen naast Allah.” Als zij zich afwenden, zeg dan: “Getuig dat wij waarlijk moslims zijn.” [3:64]
  • Wie de Islam accepteert en Moslim wordt zal zondevrij zijn, in de ogen van God. Hij zal geen zonde uit zijn vroegere leven meedragen. Allah, de Verhevene, zegt: “Zeg tegen degenen die niet geloven: “Als zij ophouden (met ongelovig zijn), dan zal hun zeker worden vergeven wat zich (in het verleden) heeft voorgedaan. Maar als zij terugkeren, dan is er (voor hen) zeker het voorbeeld (d.w.z. de bestraffing) van de mensen van vroeger dat zeker voorbij is gegaan.” [8:38]
  • Degene die Moslim wordt zal een beloning ontvangen voor de goede dingen die hij in het verleden, voordat hij Moslim werd, heeft gedaan. Hakim bin Hizam (radi Allahu anhu) zei: “O Boodschapper van Allah! Wat vind je van mijn goede daden die ik voorheen deed tijdens de periode van ontwetendheid (voor het omarmen van de Islam). Zoals het onderhouden van goede relaties met mijn vrienden en verwanten. Het vrij laten van slaven en het geven van aalmoezen etc. Zal ik daar een beloning voor ontvangen? De Boodschapper van Allah y zei: “Je hebt de Islam omarmd met alle goede daden die je deed.” (Bukhari)
  • Wie de Islam accepteert vanuit een andere religie zal een beloning in tweevoud ontvangen. Allah, de Verhevene, zegt: “Zij zijn degenen aan wie hun beloning twee keer wordt gegeven, omdat zij geduldig waren en het slechte met het goede weren, en omdat zij uitgeven van datgene waarmee Wij hen hebben voorzien. ” [28:54]

Tolerantie van de Islam tegenover niet- moslims

Before we begin, let us mention the words of the award winning TED speaker and author Dr. Karen Armstrong: “Ever since the Crusades, when Christians from western Europe were fighting holy wars against Muslims in the near east, western people have often perceived Islam as a violent and intolerant faith – even though when this prejudice took root Islam had a better record of tolerance than Christianity”.

Voordat we beginnen, noemen we de woorden van de Oriëntalist Young: “Er zijn vele dingen die het Westen van de Islamitische beschaving zou moet leren zoals de kijk van Moslims op tolerantie.”  Alle financiële verplichtingen, zoals het kopen en verkopen van huizen en auto’s en een aandeel nemen in een bedrijf, tussen Moslims en niet-Moslims zijn wettig. Zolang de Islamitische principes worden nageleefd. Aisha, moge Allah tevreden met haar zijn zei: “De Boodschapper van Allah kocht eten van een Jood en voldeed de betaling later. Hij gaf hiervoor zijn schild in onderpand. (Sunan an-Nasa’i)

De enige vorm van ruilhandel dat onwettig is, is datgene wat een zekere mate van schade bevat. Allah, de Verhevene zegt: “O jullie die geloven, nuttig geen verdubbelde en vermeerderde rente, en vrees Allah, opdat jullie succesvol zullen zijn.” [3:310]
Allah, de Verhevene, zegt ook: “O jullie die geloven, de alcoholhoudende dranken, het gokken, de afgodsbeelden en de pijlen (hier worden pijlen bedoeld die gebruikt worden voor het streven naar geluk of het nemen van een beslissing) zijn slechts onreinheden behorende tot het werk van de satan. Dus vermijd deze, opdat jullie succesvol zullen zijn. De satan wil slechts vijandschap en haat tussen jullie veroorzaken door middel van alcoholhoudende dranken en het gokken, en jullie afhouden van het gedenken van Allah en van het gebed. Zullen jullie er dan niet mee ophouden?” [5:90-91]

  • Het is geoorloofd voor Moslims om gebeden uit te voeren in een niet-Islamitisch gebedshuis. Abu Musa verrichtte gebeden in een kerk in Damascus.
  • Het is niet lofwaardig voor een moslim om dit te doen, omdat er misschien afgoden of andere beelden aanwezig kunnen zijn. Dus, het is aanbevolen dat een persoon alleen daar gaat bidden wanneer hij geen andere plek kan vinden. Umar zei tegen een Christen, “We gaan jullie kerken niet binnen vanwege de beelden die zijn geplaatst op de muren.”
  • Het is geoorloofd voor een niet-Moslim om een moskee binnen te gaan als er behoefte aan is. Uitgesloten hiervan is de Grote Moskee in Mekka. Wat betreft Medina, de Profeet s had hier een ontmoeting met een aantal niet-Islamtische afgevaardigden.
  • Het is toegestaan voor een Moslim om niet-Moslims te bezoeken die ziek zijn en om dua (d.w.z. smeekbede) voor hun te doen zodat zij beter worden. Anas (radi Allahu anhu) zei dat een jonge jongen met een Joodse achtergrond ziek was en dat de Profeet s bij hem op bezoek ging en tegen hem zei: “Word Moslim!” Hij keek naar zijn vader en de vader zei tegen zijn zieke zoon: “Gehoorzaam Abal- Qasim (d.w.z. Mohammed y)” waarop hij de getuigenis van het geloof uitsprak en de Profeet s zei: “Alle lof komt toe aan Allah, die hem heeft gered van het Vuur.” (Bukhari)
  • Wij geven onze medeleven aan niet-moslims. Abu Hurairah (radi Allahu anhu) zei dat de Profeet s zei: “Ik wilde toestemming om het graf van mijn moeder te bezoeken en het werd aan mij toegekend. (Muslim)
  • Men mag liefdadigheid geven aan niet-Moslims zolang zij geen oorlog voeren tegen de Moslims. Mujahid, heeft overgeleverd: “Abdullah bin Amr had een schaap geslacht voor zijn familie, toen hij kwam zei hij: Heb je iets aan je Joodse buren gegeven? Heb je iets aan je Joodse buren gegeven? Ik hoorde de Boodschapper van Allah zeggen: Jibril bleef mij maar adviseren over de behandeling van de buren (vriendelijk en beleefd), dat ik dacht dat hij me zou bevelen om hen aan te wijzen als mijn erfgenamen.” (At-Thirmidhi)
    Allah, de Verhevene, zegt:  “De liefdadigheid (hier wordt armenbelasting bedoeld) is slechts voor de armen en de behoeftigen, en voor degenen die hieraan (d.w.z. aan het inzamelen ervan) werken, en voor degenen van wie de harten nader (tot de Islam) worden gebracht, en voor de slaven (die zichzelf vrij willen kopen), en voor degenen die schulden hebben, en om (het uit te geven) op de Weg van Allah (ten behoeve van de Jihad 3), en voor de (behoeftige) reiziger. Dit is vastgesteld door Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs.” [9:60]
  • De Islam heeft een Moslim toegestaan om de relatie met zijn familie te onderhouden zelfs als zij geen Moslim zijn. Asma bint Abi Bakr, ging naar de Profeet en zei: “Mijn moeder komt bij mij op bezoek maar zij is geen Moslim, hij zei; wees vriendelijk voor je moeder.” (Bukhari)
  • Het is toegestaan voor Moslims om te eten van de gebruiksvoorwerpen van niet-Moslims en gebruik te maken van hun kleren, zolang zij niet gemaakt zijn van materialen die onwettig zijn voor ons. Abu Tha’labah al-Khushani (radi Allahu anhu) zei: “O Boodschapper van Allah, wij zijn in het land dat behoort tot de mensen van het Boek, zullen wij van hun gebruiksvoorwerpen eten?” Hij zei: ‘Als je andere gebruiksvoorwerpen kunt vinden is het beter, zo niet was ze en gebruik ze.’ (Bukhari)
  • Het is geoorloofd voor een moslim man om een kuise vrouw van de Mensen van het Boek te trouwen. Allah, de Verhevene, zegt: “Op deze dag is (al) het goede voor jullie toegestaan. En het voedsel van degenen aan wie het Boek is gegeven, is toegestaan voor jullie en jullie voedsel is toegestaan voor hen. En (toegestaan voor jullie om mee te trouwen zijn) de kuise vrouwen onder de gelovigen en de kuise vrouwen onder degenen aan wie het Boek vóór jullie gegeven was, indien jullie hun hun bruidschatten (waar zij recht op hebben) geven, strevend naar kuisheid en om openlijke ontucht en het in het geheim nemen van minnaressen te vermijden. En wie ongelovig is jegens het geloof, voorzeker, zijn werk is (zeker) verloren gegaan. En in het Hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.” [5:5]
  • Wie de Islam accepteert en getrouwd is met een vrouw van de Mensen van het Boek, zijn huwelijk zal niet nietig worden verklaard, integendeel het zal geaccepteerd worden.
  • Het is geoorloofd om het eten te eten dat geslacht is door de Mensen van het Boek, zolang het wettig voedsel is voor ons en de naam van God er over uit is gesproken. Allah, de Verhevene, zegt: “Eet niet van datgene waarover de Naam van Allah niet is uitgesproken, want waarlijk, dat is zeker een verdorvenheid.” [6:121]
  • Wij worden geacht bescherming te bieden aan een niet-Moslim, als hij hier naar op zoek is. Allah, de Verhevene, zegt: “En als iemand van de veelgodenaanbidders bescherming bij jou zoekt, bescherm hem dan, totdat hij het Woord van Allah hoort. En (als hij weigert) begeleid hem dan naar (een plek) waar hij veilig is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet.” [9:6]
  • Het is voor een Moslim niet toegestaan om te vloeken of kwaad te spreken over het geloof van de niet-moslim. Allah, de Verhevene, zegt: “En beledig degenen die zij naast Allah aanroepen niet. Zodat zij Allah niet onrechtmatig zonder kennis beledigen.” [6:108]
  • Allah heeft ons bevolen dat wij onze leningen terug betalen aan een niet-Moslim. Hij, de Verhevene, zegt: “O jullie die geloven, kom de verbonden na.” (5:1) Hij, de Verhevene, zegt ook: “En kom de belofte na Waarlijk, er zal (op de Dag des Oordeels) over de belofte gevraagd worden.” [17:34]
  • Hun rijkdom is onschendbaar. Allah, de Verhevene, zegt: “Allah verbiedt jullie niet om degenen die jullie niet bestrijden in de godsdienst en jullie niet uit jullie huizen verdrijven, goed en rechtvaardig te behandelen. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen.” [60:8]
    De Profeet s zei: “Pas op, als iemand een niet-Moslim woonachtig in een Islamitisch staat onrecht aan doet, zijn rechten verminderd, hem dwingt te werken onder zijn capaciteit of iets van hem neemt zonder zijn toestemming. Ik zal voor hem pleiten op de Dag des Oordels.” (Sunan Abi Dawud)
    De Profeet s zei ook: “Wie een persoon doodt die onder de verantwoording staat van een Islamitisch land, zal de geur van Jannah niet ruiken.” (Bukhari)
  • Wanneer een niet-Moslim in een Islamitische staat verblijft kan hij gebruik maken van de sociale zekerheidsvoorzieningen net als de andere inwoners die een hoge leeftijd hebben bereikt. Umar (radi Allahu anhu) zag een oude Joodse man en informeerde naar hem Er werd aan Umar verteld dat hij van de mensen was die Jizyah (hoofd- belasting) betaalde. Dus de Kalief Umar (radi Allahu anhu) vertelde hem, “Wij zijn niet eerlijk tegenover jou geweest, wij namen Jizyah van u toen u jong was en nu u oud bent, heeft u niets!” Hij nam hem bij de hand en nam hem mee naar de schatkist van de Moslims en gaf hem voedsel en kleding. Hij vertelde de penningmeester, “Vind mensen zoals hem en geeft wat genoeg is voor hun en hun families.” Vervolgens reciteerde hij de vers: “Zakaat uitgaven zijn alleen voor de armen en voor de behoeftigen.” [9:60]
    Hij zei de armen zijn de Moslims en de behoeftigen zijn de Mensen van het Boek.
  • Allah heeft de toegangspoort van vergeving voor hen (niet-Moslims) geopend. Hij, de Verhevene, zegt: “Zeg tegen degenen die niet geloven: “Als zij ophouden (met ongelovig zijn), dan zal hun zeker worden vergeven wat zich (in het verleden) heeft voorgedaan. Maar als zij terugkeren, dan is er (voor hen) zeker het voorbeeld (d.w.z. de bestraffing) van de mensen van vroeger dat zeker voorbij is gegaan.” [8:38]
  • Hoe goede willen voor anderen is een teken van iemands geloof. De Profeet s zei tegen Abu Hurairah (radi Allahu anhu): “Wees nederig en je zult het meest gehoorzamend zijn aan Allah. Wees tevreden en je zult Allah het meeste dankbaar zijn en houdt van mensen zoals je van jezelf houdt en je zult een gelovige zijn. Wees vriendelijke voor je buren en je je zult een ware Moslim zijn en verminder je gelach voor degene die iemand zijn spirituele hart wil doden.” (ibn Majah)