Methodologie van Tolerantie

  • Wanneer we spreken van tolerantie in de Islam, spreken we niet over een klein onderdeel van de religie, maar eerder van een belangrijk kenmerk van het Islamitische geloof. De Profeet s zei: “De meest geliefde zaak van Allah is het tolerante geloof dat overeenkomt met de natuurlijke aanleg van de mens.” (Bukhari)
  • Islam is gebouwd op de methodologie van tolerantie. Allah zegt: “Zo maakten Wij jullie tot een gematigd volk, opdat jullie getuigen zullen zijn voor de mensen en opdat de Boodschapper (Mohammed) een getuige zal zijn voor jullie. En Wij hebben de Qiblah 2 (richting van het gebed) die jullie gewend waren slechts aangewezen om degenen die de Boodschapper volgen onder degenen die zich op hun hielen omdraaien te beproeven. En zeker, dit (de verandering van de Qiblah) was zwaar, behalve voor degenen die Allah leiding gaf. En Allah is niet zo dat Hij jullie geloof (shalat) verloren zou doen gaan. Voorwaar, Allah is zeker genadig, meest barmhartig voor de mensen.” [2:143]

  • Islam is een tolerant geloof met betrekking tot politieke zaken en buitenlandse zaken. Moslims worden bevolen om zich te gedragen op een rechtvaardige, onpartijdige wijze. Allah, de Verhevene, zegt: “Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, goed te doen en rechtvaardig te behandelen; voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief.” [60:8]
  • Islam is ook tolerant in algemene maatschappelijke kwesties. Men moet niet arrogant worden naar anderen vanwege hun stammen of sociale banden. Allah, de Verheven, zegt: “O, mensen, waarlijk, 2 Qiblah is de richting waar naar een Moslim bidt. Wij hebben jullie uit een man en een vrouw geschapen en Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar zullen herkennen. Voorwaar, de meest eervolle (persoon) van jullie bij Allah is degene die (Allah) het meest vreest. Voorwaar, Allah is op de hoogte (van alles), Alwetend (over het verborgene).” [49:13]
  • Islam is tolerant in termen van gedragingen en etiquette. Het doel is om hoge normen en gewoonten van omgangsvormen van etiquette te cultiveren binnen Moslims. Allah, de Verhevene, zegt: “Wees vergevingsgezind (tegenover de mensen), gebied het goede en wend je af van de onwetenden.” [7:199]
    Allah, de Verhevene, zegt ook: “Degene die in voor- en tegenspoed uitgeven (op de weg van Allah) en die hun woede inhouden en de mensen vergeven. En Allah houdt van de weldoeners.” [3:134]
    Allah, de Verhevene, zegt ook: “En het goede en het slechte zijn niet gelijk aan elkaar. Vergeld (het slechte) met dat wat beter is. En dan zal diegene met wie jij in vijandschap verkeerde, als een naaste vriend worden.” [41:34]

  • Islam is tolerant ten opzichte van daden van aanbidding. Niemand is overbelast, en degenen die een poging doen in de richting van aanbidding worden beloond voor hun inspanningen. Allah, de Verhevene, zegt: “En degenen die geloven en goede daden verrichten, Wij belasten niemand boven zijn vermogen. Zij zijn de bewoners van het Paradijs. Zij vertoeven daarin voor eeuwig.” [7:42]
  • Islam is tolerant op het gebied van economie. Alle middelen waarmee men kan worden onderdrukt door middel van financiën is verboden. Allah, de Verhevene, zeg: zeg: “Degene die de rente nuttigen zullen (op de Dag der Opstanding) niet anders opstaan dan als een persoon die door de satan tot bezetenheid is geslagen. Dat is omdat zij zeggen: “De handel is slecht net als de rente.” Maar Allah heeft de handel toegestaan en de rente verboden. Wie dus een Vermaning van zijn Heer ontvangt en ophoudt (met het nuttigen van de rente), voor hem is datgene wat hij al bezit en zijn zaak ligt bij Allah (om daarvoor te oordelen). Maar degene die terugkeert (naar de rente), zij zijn de bewoners van het Vuur, voor eeuwig zullen zij daarin verblijven.” [2:275]
  • De Islam is tolerant in termen van onderwijs en opleiding. De Profeet s zei: “Geef het goede nieuws, en maak dingen niet moeilijk.” (Ibn Hibban)

TThe tekstuele passages van de Islam, bevestigen keer op keer de methodologie van tolerantie in de praktijk. De Profeet s zei: “Gemak is niet geplaatst in iets behalve om het te verfraaien en het zal niet verwijderd worden behalve dat er smet op wordt aangebracht.” (Muslim)

De Profeet s zei: “O Allah wie ook leiding over mijn Ummah (natie) wordt gegeven wanneer zij het moeilijk maken voor anderen, maak hun leven moeilijk. En wie het gemakkelijk maakt voor anderen, maak dingen makkelijk voor hen.” (Muslim)

Wie tolerant is zal gezegend worden, toegang tot het de hemel worden verleend en bescherming krijgen tegen het Hellevuur. De Profeet s zei: zei: “Wie makkelijk is in de omgang, zachtaardig en dichtbij Allah is, voor hem is het verboden om de Hel binnen te gaan.” (At-Targheeb wat-Tarheeb)

Men moet weten dat wanneer we spreken van tolerantie in de Islam in relatie tot haar verschillende delen, bedoelen we niet te zeggen dat men met opzet de geboden kan breken en clementie en tolerantie kan verwachten.

Aisha, moge Allah tevreden zijn met haar, zegt: “De Profeet kon niet kiezen tussen twee zaken behalve dat hij de gemakkelijkste van de twee koos; behalve als het een zondige manier van handelen was, in dat geval zou hij zichzelf er van distantiëren.” (Muslim)

Wat hier van vrijgesteld wordt, zijn de zaken in geval van grote nood.

De tolerantie van de Islam in termen van Geloof

De opvattingen van de Islam zijn de hoeksteen van het Islamitische geloof. Het is iets dat niet kan worden weggedaan. Allah, de Verhevene, zegt: “Waarlijk, Allah vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem worden toegekend, maar daarbuiten vergeeft Hij (alles aan) wie Hij wil. En degene die deelgenoten aan Allah toekent, verzint voorzeker een enorme zonde.” (4:48)

Het aspect van gemak in het Islamitische geloof

  • Het is een duidelijk geloof, zonder moeilijkheden om het te begrijpen.
  • Alle volgelingen van de Islam zijn verplicht te aanvaarden en te geloven dat de Boodschappers en Profeten van Allah allemaal werden gezonden door God, met de boodschap te geloven in de Eenheid van God. Allah, de Verhevene, zegt: “De Boodschapper (Mohammed) gelooft in dat wat er van zijn Heer aan Hem is neergezonden, en de gelovigen (ook). Allen geloven in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken en zijn Boodschappers. (Zij zeggen:) “Wij maken geen onderscheid tussen Zijn Boodschappers.” En zij zeggen: “Wij luisteren en wij gehoorzamen. (Wij wensen) Uw vergeving, onze Heer, en tot U is de Terugkeer.” [2:285]
  • Niemand wordt gedwongen tot de Islam. Allah, de Verhevene, zegt: “Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, de Leiding is duidelijk van de dwaling te onderscheiden. Wie de Taaghoet (staat voor alles dat aanbeden wordt, naast de ware God) verwerpt en in Allah gelooft, heeft voorzeker het meest krachtige houvast gegrepen dat niet afbreekt. En Allah is Alhorend, Alwetend.” [2:256]
    Niemand heeft het recht om iemand te dwingen tot de Islam. Allah, de Verhevene, zegt: “En als jouw Heer het had gewild, dan zouden degenen de op aarde zijn zeker allemaal geloven. Ben jij (o Mohammed) dan in staat om de mensen de dwingen om gelovig te worden?” [10:99]
    Degene aan wie de boodschap van de Islam is bereikt, en aan wie het is verduidelijkt, heeft de keuze om zijn geloof te kiezen, ofwel accepteren of de Boodschap weigeren. Allah, de Verhevene, zegt: “En zeg: “De waarheid is (afkomstig) van jullie Heer.” Wie dus wil, kan geloven. En wie wil, kan (ervoor kiezen om) niet (te) geloven. Waarlijk, Wij hebben voor de onrechtplegers een Vuur gereedgemaakt, waarvan de muren (van vuur) hen zullen omgeven. En als zij om hulp vragen, (dan) worden zij te hulp geschoten met water, lijkend op kokend olie, dat de gezichten verschroeit. Verschrikkelijk is deze drank en afschuwelijk is deze Verzamelplaats. “ [18:29]
  • Een ander aspect van tolerantie is dat een persoon wordt beoordeeld door Allah op zijn daden én intentie. Men zou moeten kijken naar iemand zijn intenties. Maar op sommige momenten is dit erg lastig om te ontcijferen. Daarom zegt Allah tegen ons om anderen te beoordelen op wat we zelf aanschouwen.

    Zoals we hierboven vaststellen, wordt een persoon beoordeeld op wat hij doet en wat blijkt uit zijn daden. Dit wordt ook bevestigd in deze overlevering: “Ali bin Abi Talib stuurde een stukje goud, nog niet gewonnen uit zijn erts, in een gelooide leren tas naar de Boodschapper van Allah y. De Boodschapper d verdeelde dat over vier personen: ‘Uyaina bin Badr, Aqra bin Habis, Zaid Al-Khail en de vierde was ofwel Alqama of Amir bin At Tufail. Daarop zei één van zijn metgezelle: “Wij hebben meer recht op dit (goud) dan deze (personen).” Toen dat nieuws de Profeet s bereikte, zei hij, “Vertrouw jij me niet, ik ben degene die de Goddelijke Openbaring van God ontvangt?” Er stond een man met ingevallen ogen, verhoogde jukbeenderen, verhoogd voorhoofd, een dikke baard, een geschoren hoofd en een taille laken dat was opgetrokken en hij zei: “O Boodschapper van Allah! Vrees Allah!” De Profeet s zei, “Wee U! Ben ik niet van alle mensen op de aarde degene die het meest Godvrezend is?” Toen ging de man weg. Khalid bin Al-Walid zei, “O Boodschapper van Allah! Zal ik hem doden?” De Profeet zei; “Nee, want hij kan bidden.” Khalid zei; “Talrijk zijn degenen die bidden en zeggen met een tong (d.w.z. monden) wat niet in hun hart is.” De Boodschapper van Allah y zei, “Mij is niet opgedragen (door Allah) om de harten van de mensen op te zoeken of om hun buiken open te snijden.” Toen keek de Profeet s naar hem (d.w.z. een man) terwijl de laatste wegging en zei,
    “Na deze nakomelingen zal een groep komen die de Koran voortdurend en elegant zal reciteren, maar het zal hun kelen te boven gaan (d.w.z. ze zullen niet begrijpen noch er na handelen). Zij zullen uit het geloof (Islam) gaan zoals een pijl door het lichaam van een dier gaat. ” (Sahih Muslim)
  • Wanneer men in een situatie terecht komt en benadeeld kan worden, dan zal hij in dat geval de nodige maatregelen moeten treffen om zichzelf te beschermen. Allah, de Verhevene, zegt: “Degene die niet in Allah gelooft nadat hij (eerder) geloofde (op hem rust de Woede van Allah), behalve degenen die (tot ongeloof) wordt gedwongen terwijl zijn hart rust heeft gevonden in het geloof. Maar wie zijn borst openstelt voor het ongeloof, op hen rust de Woede van Allah. En voor hen is er een geweldige Bestraffing;” [16:106]
    Ammar bin Yasir, één van de metgezellen, was in een situatie van leven op dood, waar hij bijna werd gedood door niet-moslims die hem aan het martelen waren. Hij werd gevraagd door degenen die hem aan het martelen waren, om slecht over de Profeet s te spreken om zichzelf te redden van verdere marteling, dus hij deed het. Hij was zo bedroefd door wat hij had gedaan. De Profeet s troostte hem en zei: “Wat is uw geloof?” Hij zei, “Ik ben tevreden met de Islam.” De Profeet s zei toen: “Als ze je nog een keer willen martelen, zeg wat je moet zeggen.” (Ibn Kathir)
  • De Islam heeft de mensheid ook bevrijd van het dienstbaar opstellen naar andere mensen en gaven hem God alleen om te aanbidden. Allah, de Verhevene, zegt: “En zij namen naast Hem (valse) goden (ter aanbidding) aan die niets hebben geschapen, maar zelf zijn geschapen. En zij zijn niet in staat om zichzelf te schaden of voordeel te brengen, noch zijn zij in staat om te doden, (of iets) tot leven te brengen of (uit de dood) op te wekken.” [25:3]
    Allah, de Verhevene, zegt: “En als Allah jou met een kwaad treft, dan kan niemand het wegnemen behalve Hij. En als Hij het goede voor jou wil, dan kan niemand Zijn Gunst afweren. Hij treft daarmee wie Hij wil van Zijn dienaren. En Hij is de Meest Vergevingsgezinde, de Meest Genadevolle.” [10:107]
    Om enige onnodige aanbidding jegens een persoon te voorkomen, heeft Allah verduidelijkt dat de Profeet Mohammed s slechts een mens is, net als alle profeten voor hem. Zij waren allemaal mensen, die geen verering verdienden. Allah, de Verhevene, zegt: “Zeg: “Ik ben niet in staat om mijzelf te schaden of te baten, behalve als Allah het wil. En als ik kennis had over het onwaarneembare, dan had ik (het verrichten van) hetg goede vermeerderd en dan zou het slechte mij niet treffen. Ik ben slechts een waarschuwer en een verkondiger van verheugende Tijdingen voor een volk dat gelooft.” [7:188]
  • Allah heeft Moslims opgelegd om eerlijk en rechtvaardig te zijn ten opzichte van alle mensen, ongeacht hun geloof of religie, huidskleur of etnische achtergrond, of maatschappelijke positie. Allah, de Verhevene, zegt: “Voorwaar, Allah beveelt rechtvaardigheid, het geode en het geven (van hulp) aan de verwanten. En Hij verbiedt de verdorvenheid, het slechte en de overtreding. Hij vermaant jullie, opdat jullie er lering uit zullen trekken.” [16:90]
    Men moet rechtvaardig zijn in een situatie van geluk of woede, met moslims of niet-moslims. Allah, de Verhevene, zegt: “O jullie die geloven, handel rechtvaardig, als getuigen voor Allah. Zelfs tegenover jullie zelf, de ouders en de naasten. (Zelfs) als hij rijk of arm is, Allah verdient de voorkeur boven hen. Volg niet jullie begeerten waardoor jullie niet rechtvaardig zouden zijn. En als jullie (de getuigenis) vervalsen of (deze) weigeren, waarlijk Allah is op de hoogte van dat wat jullie (in het verborgene) doen. “ [4:135]
  • Een teken van de tolerantie in het Islamitische geloof is dat een Moslim gelooft dat alle mensen zijn begunstigd door God. Allah, de Verhevene zegt: “En voorzeker, Wij hebben de kinderen van Adam geëerd en Wij hebben hen op het land en de zee gedragen. En Wij voorzagen hen van de goede zaken. En Wij hebben hen ver boven velen (anderen) onder degenen die Wij hebben geschapen gekozen.” [17:70]

    Jabir zei dat er een begrafenisstoet voor een Jood voorbij kwam en de Profeet s stond er voor op, Jabir volgde. Jabir zei toen, ‘O Boodschapper van Allah dat was een lichaam van een Jood!” Hij zei: “Sta er voor op (uit respect)!” (Bukhari)

De Tolerantie van de Islam in relatie tot de Sharia:

  • Tegenwoordig roept de term ‘Sharia’ een zekere mate van angst op; beelden van zweepslapen en andere openbare straffen worden in gedachte opgeroepen bij het horen van de term. In werkelijkheid is de Sharia het goddelijke wettelijke systeem gegeven aan de mensheid. Het is een systeem dat is gebaseerd op tolerantie en gemak. Hier zijn een paar punten om in gedachten te houden:
  • Er zijn geen mysterieuze of onverklaarbare zaken in de Islam. Op sommige momenten zijn er kwesties die betrekking hebben op de onzichtbare wereld waar wij geen volledig grip op hebben; in werkelijkheid, zij zullen niet van invloed zijn op iemands geloof, noch hem enig voordeel geven. Eén van deze kwesties is, zoals God zegt: “En zij vragen jou (O Mohammed) over de ziel. Zeg: “De ziel behoort tot de Zaak van mijn Heer. En jullie is slechts een geringe mate van kennis (hierover) gegeven.” [17:85]

    Allah, de Verhevene, zegt ook: ook: “Zij vragen jou over het Uur (d.w.z. over de Dag der Opstanding): “Wanneer zal het aanbreken?” Zeg: ”De Kennis hierover is slechts bij mijn Heer. Niemand kan de tijd hiervan kenbaar maken, behalve Hij. Zwaar is het voor (de inwoners van) de hemelen en de aarde (dat zij niet weten wanneer het Uur plaatsvindt) en het zal slechts onverwachts tot jullie komen.” Zij vragen jou daarover net alsof jij daarvan op de hoogte bent. Zeg: “De kennis hierover is slechts bij Allah, maar de meeste mensen weten (het) niet.” [7:187]
    Alles wat ten goede aan ons komt in termen van kennis dat gerelateerd is aan de onzichtbare wereld heeft de Profeet s al aan ons uitgelegd. Dit is inclusief de beschrijvingen van de Hemel en Hel en de verhalen van de vorige naties, zodat wij kunnen nadenken over wat er met hen is gebeurd. Allah, de Verhevene, zegt: “En Ik heb jullie gewaarschuwd voor een laaiend Vuur (d.w.z. voor de Hel). Niemand, behalve de meest ellendige (persoon), zal het binnentreden. Degene die (Allah) verloochent en zich afwendt. En de meest godsvruchtige (persoon) zal daartegen beschermd worden (d.w.z. tegen het binnentreden van de Hel) Degene die zijn bezit uitgeeft om (zichzelf) te reinigen. En niemand heeft bij hem een gunst (hiervoor) tegoed die beloond (d.w.z. terugbetaald) moet worden. (Hij doet dit) slechts strevend naar het Gezicht van zijn Heer, de Meest Verhevene. En hij zal zeker tevreden zijn (wanneer hij het Paradijs binnentreedt).” [92:14-21]
  • Tegenwoordig roept de term ‘Sharia’ een zekere mate van angst op; beelden van zweepslapen en andere openbare straffen worden in gedachte opgeroepen bij het horen van de term. In werkelijkheid is de Sharia het goddelijke wettelijke systeem gegeven aan de mensheid. Het is een systeem dat is gebaseerd op tolerantie en gemak. Hier zijn een paar punten om in gedachten te houden:
    De tekstuele passages in de Koran en de Soenna (Profetische Traditie) zijn zeer gemakkelijk te begrijpen. Allah, de Verhevene, zegt: zegt: “Wij hebben de Koran vergemakkelijkt om (het) te (kunnen) gedenken. Is er dan iemand die hier lering uit trekt?” [54:17]
    De tekstuele passages zijn zeer duidelijk in hun betekenis, het kost geen moeite om ze te begrijpen wat er bedoeld wordt met de tekst. Als er een situatie is waar men over twijfelt, schrijft God ons voor om naar degenen te gaan die kennis hebben. Hij zegt: zegt: “Vraag het maar aan degenen die kennis hebben (van de eerdere Boeken), indien jullie (het) niet weten.” [16:43]
  • Dit is inderdaad een belangrijk aspect. Als men ontwetend is in een zaak die betrekking heeft op een wereldse kwestie, zouden ze specialisten moeten vragen om de situatie op te lossen. Hetzelfde wordt gedaan als het gaat om zaken van de religie. God heeft bepaald dat praten zonder kennis een zware zonde is. Wie spreekt over de religie zonder kennis en dan een wettige(toegestane) kwestie verbiedt, of het omgekeerde heeft een grote zonde begaan. God, de Verhevene, zegt: zegt: “Zeg (O Mohammed): “(Maar) de zaken die mijn Heer heeft verboden, zijn slechts de verdorvenheden, zowel het zichtbare als het verborgene daarvan, de zonde, de onrechtmatige overtreding, het toekennen van deelgenoten aan Allah waarvoor Hij geen bewijs heeft neergezonden en dat jullie over Allah (datgene) zeggen wat jullie niet weten.” [7:33]
  • De Boodschapper van Allah y verduidelijkt de negatieve gevolgen van iemand die niet goed is geïnformeerd en spreekt zonder kennis te hebben. Hij zal zichzelf en anderen zeker misleiden. De Profeet s zei: zei: “God zal geen kennis van zijn slaven wegnemen door ervoor te zorgen dat zij het vergeten; liever, kennis zal verloren gaan door het verlies van geleerden. Wanneer er geen geleerden meer zijn, zullen de mensen onwetende individuen benoemen en zij zullen oordelen uitgeven zonder kennis en daardoor zichzelf en anderen misleiden.” (Bukhari)
  • In tegenstelling tot de wetten die door de mens zijn gemaakt en van toepassing zijn op sommige terwijl anderen er door worden vrijgesteld door de mazen in de wet, zijn de wetten van de Islam van God afkomstig. De Wet van God is bindend en definitief, deze wetten zijn bedoeld voor iedereen; of zij nou rijk of arm, van adel of gewone burger zijn. Allah, de Verhevene, zegt: “En het schikt een gelovige man en een gelovige vrouw niet, wanneer Allah en Zijn Boodschapper een besluit over een zaak hebben genomen, om een (andere) keuze te maken in hun zaak. En wie Allah en Zijn Boodschapper ongehoorzaam is, is zeker duidelijk afgedwaald.” [33:36]
    Allah heeft opgedragen dat ieder het systeem van de wet moet respecteren en moet steunen. Allah, de Verhevene, zegt: “De woorden van de gelovige, wanneer zij uitgenodigd worden naar Allah en Zijn Boodschapper om tussen hen te oordelen, zijn slechts dat zij zeggen: “Wij luisteren en wij gehoorzamen.” En zij zijn degenen die succesvol zijn.” [24:51]
  • Een ander aspect van de tolerantie van de Islam is dat er een systeem is dat bekend is als Shura, of onderling overleg. Dit wordt gebruikt in gevallen waarbij er een openbaar voordeel valt te behalen, mensen met kennis en expertise op een bepaald gebied kunnen worden geraadpleegd om tot de beste beslissing te komen. Allah zegt: “En het was dankzij de Genade van Allah dat jij zacht in de omgang was met hen. En als jij streng en hardvochtig was geweest, dan zouden zij rondom jou uiteengaan. Dus neem hen in genade aan en vraag (Allah) om vergiffenis voor hen. En raadpleeg hen over de zaak. Zodra jij dan een beslissing neemt, stel dan je vertrouwen in Allah. Waarlijk, Allah houdt van degenen die hun vertrouwen in Hem stellen.” [3:159]
  • Niemand in de Islam heeft een absolute autoriteit, met inbegrip van het hoofd van een staat; hij is onderworpen aan de wetten, net zoals ieder andere er aan onderworpen is. Dit is de schoonheid en de tolerantie van de Islam. Niemand kan deze regels en grenzen onderdrukken of overtreden. De Profeet s zei: zei: “Een Moslim moet luisteren en gehoorzamen, behalve wanneer een zondige taak wordt opgelegd, in een dergelijk geval is er geen gehoorzaamheid.” (Bukhari)
  • Een ander aspect van de wetten van God is dat ze niet vatbaar zijn voor veranderingen en veroudering. Deze wetten zijn absoluut voor alle tijden en plaatsen. In tegenstelling tot de door de mens gemaakte wetten die aan verandering onderhevig zijn en verouderen. God heeft het goddelijke systeem van de wet afgekondigd en het verandert niet. God, de Verhevene, zegt: “Wensen zij dan het oordeel van (de dagen van) onwetendheid. En wie is er beter in het oordelen van Allah voor een volk dat overtuigd is (van de Eenheid van Allah)?” [5:50]
  • Islam heeft de toegangspoort voor Ijtihad geopend, dat is wanneer een geleerde zich inspant om tot een uitspraak te komen in een bepaalde zaak, die misschien niet direct genoemd wordt in de teksten van het Schrift. In de Islam zijn de algemene richtlijnen gegeven en men wordt geacht zich hier aan te houden wanneer zich een situatie voordoet. Dit maakt de wetten van de Islam veelzijdig en passend voor alle plaatsen en tijden.
  • God heeft wetten voorgeschreven om alle gemeenschappen te beschermen tegen extremisme. Allah, de Verhevene, zegt: “Allah wil het gemakkelijke voor jullie en Hij wil niet het moeilijke voor jullie.” [2:185]
    De Profeet s zei: “Pas op voor extremisme, want dit is waardoor de vorige naties zijn vernietigd.” (Nasaee’)
    De Profeet s predikte een gematigde manier van leven. Anas bin Malik (radi Allahu anhu) zei:

    “Drie mensen kwamen naar de huizen van de Profeet s om te vragen hoe hij zijn dagen doorbracht en hoe hij Allah aanbad. Toen ze hoorden wat de Profeet s deed, vonden zij dit weinig, dus zeiden zij: “De Profeet is vergeven door Allah, wie zijn wij om onszelf met hem te vergelijken?” Eén zei: “Wat ik ga doen is, de hele dag en nacht bidden.” De tweede zei: “Ik zal de rest van mijn tijd vastend doorbrengen.” De derde zei: “Ik zal geen vrouw trouwen.” De Profeet s kreeg dit te horen en vroeg: “Zijn jullie degenen die dit en dit hebben gezegd?” Hij zei; “Voorwaar ik ben de meest godvrezende onder u en wat mij betreft, ik bid en slaap (ook), vast en eet (ook) en trouw wel met vrouwen. Wie zich van mijn Soennah (levenswijze) afwendt, behoort niet tot mij.” (Bukhari)

    In de Islam is er geen geestelijke structuur, noch zijn er onfeilbare mannen wiens meningen boven het woord van God worden beschouwd. Allah zegt: zegt: “Weet dat de zuivere godsdienst alleen aan Allah toebehoort. En degenen die naast Hem helpers nemen (zeggende): “Wij aanbidden hen slechts, opdat zij ons nader tot Allah zullen brengen.” [39:3]

  • Niemand heeft de macht om te schaden of te profiteren. Dit is iets exclusief voor God alleen. Allah, de Verhevene, zegt: “Voorwaar, degenen die jullie naast Allah aanroepen zijn dienaren, net als jullie. Roept hen dan aan en laat jullie (smeekbeden) verhoren, als jullie waarachtig zijn.” [7:194]
    Islam benadrukt dat ieder individu een directe link naar God heeft; er zijn geen tussenpersonen tussen ons en Hem. Hij vergeeft onze zonden en geeft ons wat we willen. Allah, de Verhevene, zegt: “En wie iets slechts verricht of zichzelf onrecht aandoet, en daarna bij Allah om vergeving vraagt, hij zal Allah Meest Vergevingsgezind, Meest Genadevol aantreffen. .” [4:110]
    Allah, de Verhevene, zegt ook: “En jullie Heer zei: “Roep mij aan, dan geef Ik gehoor aan jullie.” [7:194]
  • In de Islam zijn er geen religieuze autoriteiten die kunnen legaliseren wat onwettig is of verbieden wat toegestaan is. Het recht van wetgeving maken behoort aan God alleen toe. Het is een bekend feit dat er onder de vorige naties wetten vaak werden veranderd naar de grillen en luimen van de mensen die aan de macht waren. God, de Verhevene, zegt hierover: “Zij (d.w.z. de joden en christen) namen hun rabbijnen en hun priesters als goden (ter aanbidding) aan naast Allah.” [9:31]
    Toen hun rabbijnen en priesters iets legaliseerde wat onrechtmatig was of toen zij het tegenovergestelde deden volgden de mensen hen. Dit is aanbidding!
  • De Profeet s vond het belangrijk om zijn metgezellen te begeleiden naar het gematige pad in het leven zodat zij niet in extremisme zouden vallen. Dit is overgeleverd in de hadith van Abdullah bin Amr bin al-Aas (radi Allahu anhu) dat de Profeet s tegen hem zei: “O, Abd Allah, Ik heb vernomen dat u elke dag en elke nacht vast (de gehele nacht). Toen antwoordde Abd Allah: ‘Ja, O boodschapper van Allah ’ Toen zei de profeet: ‘Doe dat niet; vast voor een aantal dagen en stop dan een aantal dagen; Bid(t) een gedeelte van de nacht en slaap het andere deel. Werkelijk, jou lichaam heeft recht op jou, jou ogen hebben recht op jou, jou familie (d.w.z. vrouw) hebben recht op jou en jou gasten hebben recht op jou. En het is voldoende om drie dagen te vasten in een maand, de goede daad zal beloond worden met een vermenigvuldiging keer tien, zo zal het lijken alsof het hele jaar gevast is.” Abd Allah zei, “O Allah Boodschapper! Ik heb meer kracht dan dat (d.w.z. om andere dagen te vasten).” De Profeet zei, "Vast dan zoals Profeet David vaste en vast niet meer dan dat." Abd Allah zei, "Hoe vastte de Profeet David?" De Profeet zei, "De helft van het jaar," (d.w.z. hij vastte om de dag). Daarna werd `Abd Allah oud en zei hij, "Het was beter geweest voor mij als ik de toestemming van de Profeet s had aanvaard (toen hij mij slechts drie dagen gaf om te vasten)” (Al-Bukhari)
  • Dit betekent niet dat de Islam het aanmoedigt om plezier in dit leven te zoeken ten koste van het Volgende Leven. Integendeel, de Islam is een gematigde manier van leven. Het is een mooie balans tussen de dit wereldse leven en het volgende.
    Allah, de Verhevene, zegt: “O jullie die geloven, als er op de vrijdag wordt opgeroepen tot het gebed, haast jullie dan naar het gedenken van Allah en verlaat de handel. Dat is beter voor jullie, als jullie (het maar) wisten.” [62:9]
  • Met oog op de wereldse behoeften van een persoon, heeft Allah bevolen dat men niet zijn behoefte aan levensonderhoud moet vergeten. Hij, de Verheven, zegt: “En wanneer het gebed is volbracht, verspreid jullie dan op de aarde, en zoek de Gunst van Allah. En gedenk Allah veelvuldig, opdat jullie succesvol zullen zijn.” [62:10]
  • Allah heeft ook bevolen om verspilling te voorkomen. Hij, de Verhevene, zegt: “O kinderen van Adam, bedek je bij het verrichten van elk gebed met fraaie kleding en eet en drink, maar verkwist niet. Voorwaar, Hij houdt niet van de verkwisters.” [7:31]
  • Een ander teken van tolerantie in de Islam is wanneer een persoon vreest om te overlijden of dat hem ernstige schade zal treffen, dat het toegestaan is voor hem om dat te consumeren wat onwettig is, zodat hij zichzelf in leven kan houden. Allah, de Verhevene, zegt: “Hij heeft jullie slechts de dode dieren, het bloed, het varkensvlees en dat waarover (de naam van) een ander dan Allah (tijdens het slachten) is genoemd, verboden. Maar wie door noodzaak gedwongen wordt zonder dat hij het wenst, en niet overdrijft, op hem rust er geen zonde. Waarlijk, Allah is Meest Vergevingsgezind, Meest Genadevol. ” [2:173]
  • Sayyid Qutub, moge Allah hem genade schenken, zei in zijn Tafsir: “Het is de verzameling van wetten en overtuigingen die een mens een mens maakt en niet een dier, engel of duivel. Het houdt rekening met vaardigheden, volledige capaciteiten en menselijke zwakheid.”
    Een ander teken van de tolerantie van de Islam is dat iemand zijn goede daden worden vermenigvuldigd. Allah, de Verhevene, zegt: “Wie met een goede daad komt, voor hem is er het tienvoudige daarvan (aan beloning). En wie met een slechte daad komt, hij wordt slecht vergolden met het gelijke daaraan. En er zal hun geen onrecht worden aangedaan. ” [6:160]